Sociale Veiligheid

Sociale Veiligheid

Wij willen een bruisend Scouting Charlois Rotterdam zijn. Wij bieden een uitdagend en afwisselend spelaanbod, waardoor de jeugdleden zich met plezier kunnen ontwikkelen, zoveel mogelijk in de frisse buitenlucht. Dat doen we met respect en waardering voor elkaar, maar ook voor de wereld om ons heen. Er heerst een goede sfeer en daarom voelen mensen zich bij ons thuis. 

We vinden het daarom binnen Scouting Charlois Rotterdam belangrijk, dat leden binnen een sociaal veilige omgeving leuke en uitdagende Scoutingactiviteiten kunnen doen. 

Wat is sociale veiligheid? 

Sociale veiligheid binnen Scouting Charlois Rotterdam betekent, dat leden zich beschermd weten en voelen tegen grensoverschrijdend gedrag in de vereniging. Onder grensoverschrijdend gedrag verstaan we het overschrijden van normen (gedragscode) en de wet. Zoals bijvoorbeeld: zeden, verduistering, pesten, groepsdruk, geweld etc. 

Samen met Scouting Nederland werken wij actief mee aan de bescherming van alle leden op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Bewustwording en preventie zijn belangrijke ingrediënten die bijdragen aan een sociaal veilige omgeving. 

Gedragscode

Scouting Charlois Rotterdam vindt een veilige fysieke en sociale omgeving voor haar jeugdleden en vrijwilligers belangrijk. De gedragscode geeft grenzen aan in het contact met minderjarigen. Deze code dient door iedereen die een functie binnen onze Scoutinggroep vervult te worden onderschreven. Wij maken gebruik van de gedragscode van Scouting Nederland. Alle vrijwilligers worden bij aanvang van hun vrijwilligerswerk, gewezen op deze gedragscode. 

Veel grenzen in het contact tussen vrijwilligers en jeugdleden binnen Scouting zijn niet eenduidig. Het ene kind wil even op schoot zitten als het troost zoekt, het andere kind heeft behoefte aan een aai over de bol en weer een ander kind vindt het niet prettig om aangeraakt te worden. Hierover kunnen dus nooit precies grenzen worden afgesproken die voor alle kinderen en in alle situaties gelden. Dat is maar goed ook, want voor veel kinderen is dichtbijheid en lichamelijk contact een voorwaarde om te groeien. Maar er is wel één heel duidelijke grens en dat is de grens dat seksuele handelingen en contacten tussen vrijwilligers en jeugdleden die bij ons komen absoluut ontoelaatbaar zijn!

Voor al onze vrijwilligers is een gedragscode van toepassing. De gedragscode vormt een aanvulling op het Wetboek van Strafrecht waarin is opgenomen is wat juridische grenzen zijn in de omgang met minderjarigen.

1.  De vrijwilliger zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen het jeugdlid zich veilig en gerespecteerd voelt.

2.  De vrijwilliger gaat zo om met een jeugdlid dat zijn/haar waardigheid niet wordt aangetast.

3.  De vrijwilliger dringt niet verder door in het privéleven van het jeugdlid dan functioneel noodzakelijk is.

4.  De vrijwilliger onthoudt zich van elke vorm van seksuele benadering en misbruik ten opzichte van het jeugdlid. Alle seksuele handelingen, -contacten en -relaties tussen vrijwilliger en jeugdlid tot 18 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.

5.  De vrijwilliger raakt het jeugdlid niet op zodanige wijze aan, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren kan worden.

6.  De vrijwilliger gaat tijdens kampen en activiteiten met respect om met jeugdleden en de ruimtes waarin zij zich bevinden, zoals slaapzalen, tenten, omkleedruimten, douches etc.

7.  De vrijwilliger beschermt het jeugdlid naar vermogen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel misbruik en ziet er actief op toe dat de gedragscode door iedereen die bij het jeugdlid is betrokken, wordt nageleefd.

8.  Als de vrijwilliger gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel misbruik, is hij verplicht hiervan melding te maken bij de daarvoor door het bestuur aangewezen persoon.

9.  De vrijwilliger krijgt of geeft geen (im)materiële vergoedingen die niet in de rede zijn.

10. In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaald gedrag zal de vrijwilliger in de geest van de gedragscode handelen en zo nodig daarover in contact te treden met een door het bestuur aangewezen persoon.

Verklaring Omtrent Gedrag

1. Wie denkt aan kinderen, jongeren en Scouting, denkt direct aan spel, plezier en een uitdagend leven. Niemand associeert deze woorden met ongewenst gedrag. Een verplichte Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is één van de maatregelen die Scouting Charlois Rotterdam getroffen heeft om binnen de organisatie een veilige omgeving voor kinderen te bieden. De groepsraad heeft besloten om alle vrijwilligers binnen haar organisatie te vragen een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te overleggen. 

2. Bij Scouting Charlois Rotterdam is in de groepsraad besloten dat voor alle vrijwilligers iedere drie jaar opnieuw een VOG aangevraagd zal worden, mede op advies van Scouting Nederland.  

3. Reden is dat wij een zo optimaal mogelijk veiligheid willen garanderen waar dat in ons vermogen ligt. Gezien de discussie in de pers en de vele landelijke publiciteit over voorkoming van kindermisbruik willen wij hier geen risico lopen. Bijna alle volwassenen zijn betrokken bij onze jeugdleden en komen daar vroeg of laat mee in aanraking omdat zij allemaal dienstbaar zijn aan de groep en de jeugd een erg warm hart toedragen. We vinden het fantastisch dat iedereen zich zo belangeloos inzet voor onze kinderen en realiseren ons tevens dat zij uiterst kwetsbaar zijn. Voor het bestuur en de groepsraad reden om daarom volwassenen binnen onze groep te vragen een verklaring omtrent gedrag aan te vragen. Dat geldt ook voor vrijwilligers/niet-leden indien zij leiding zijn op zomerkampen of personen die met grote regelmaat betrokken zijn bij activiteiten voor de jeugd. Genoeg redenen om een VOG aan te vragen. 

Aanstellingsbeleid

1. Nieuwe aspirant leiding wordt geworven uit vrienden, bekenden, eigen kweek of van buitenaf en gaat meedraaien met een speleenheid. Bij het begin is er een kennismakingsgesprek met de praktijkbegeleider en de teamleider van de betreffende speleenheid. Bij dit gesprek wordt uitgelegd wat de groep van leiding verlangt, onder andere ook het volgen trainingen en het behalen van kwalificaties. In gezamenlijk overleg wordt gekeken waar de aspirant leiding het beste kan worden ingezet. De kennismaking kan ook bij meer speleenheden worden gehouden.

2. Binnen 4 weken na de start van de kennismaking wordt het meedraaien geëvalueerd. Als de conclusie is dat de aspirant leiding (voorlopig) blijft,  dienen de volgende punten geregeld te worden. De aspirant leiding wordt als aspirant leiding in ScoutsOnLine ingeschreven. In de volgende groepsraad of via een e-mail aan alle leden van de groepsraad, wordt melding gedaan van die aspirant leiding en de speltak waar deze meedraait. De VOG aanvraag wordt gestart.

3. Binnen 6 weken na de start van de kennismaking dient de aspirant leiding een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te kunnen overleggen waaruit blijkt dat tegen de benoeming geen bezwaar is. Als deze dat niet kan dient hij zijn kennismaking stop te zetten en zal geen aanmelding bij de Groepsraad plaatsvinden. Eventuele kosten van de VOG worden na acceptatie in de groepsraad vergoed. 

4. Na de bij Scouting Charlois Rotterdam geldende proeftijd van drie maanden (waarin minimaal 10 draaidagen) wordt het einde daarvan gemeld aan de leden van de groepsraad. Dit geldt zowel voor nieuwe leiding als voor speltakverhuizers.

5. Een voordracht voor nieuwe leiding wordt op de agenda vermeld van de eerstvolgende vergadering van de groepsraad na de proeftijd. Als een lid van de groepsraad bezwaar heeft tegen de benoeming, wordt voor de vergadering contact opgenomen met de groepsvoorzitter. De groepsvoorzitter kan besluiten om nader onderzoek te doen en om de benoeming aan te houden.

6. Voor het benoemen van de teamleider is er ook de proeftijd van 3 maanden van toepassing. Na de acceptatie binnen de groepsraad kan de nieuwe leiding worden geïnstalleerd.